Innerlijke verhalen en de Zuivere Aandacht als hart van de oefening

Innerlijke verhalen. Centraal onderdeel van het Achtvoudige Pad – en daarmee ook centraal in de beoefening van ons programma voor herstel van verslaving – is het ontwikkelen van Zuivere Aandacht, ofwel: Mindfulness. Niet voor niets introduceerde de (inmiddels recent overleden) zenmeester en vredesactivist Thich Nhat Hanh in 1970 precies mindfulness als het hart van de praktische beoefening voor zijn volgelingen van het Boeddhisme in het Westen. Vanuit Zuivere Aandacht – of juist het ontbreken ervan – ontstaat alle rest; wijsheid, compassie, inzicht. Ons begrip (of ons onbegrip). Ons ethisch (of juist onethische en ondoordachte) handelen in de wereld. En onze verbinding met (of onze onverschilligheid voor) onszelf en de Ander. Het begint, struikelt en komt tot ontwikkeling vanuit de kwaliteit en oefening van onze Zuivere aandacht.

Verslaving als de afwezige ontsnapping

In ons boek van Recovery Dharma lees je hierover bijvoorbeeld: 

“Zuivere Aandacht – aanwezig zijn bij wat er gebeurt in onze geest, ons lichaam, ons hart en onze wereld – is centraal in de beoefening van het Achtvoudige Pad. We leren om aaanwezig te zijn bij de dingen zoals ze zijn, met compassie en zonder de dingen of onszelf te veroordelen.” 

In onze verslaving zijn we vaak verre van aandachtig. We zijn in het algemeen al afwezig van geest en onze verslaving scherpt deze afwezigheid alleen maar aan. Als er al sprake is van gerichtheid of focus, dan is dat gericht op de bevrediging en/of ontsnapping van ons Zelf. We grijpen en verorberen. We pakken en nemen. We consumeren, verteren en spugen weer uit. En de honger blijft knagen. De jeuk blijft. Onstilbaar blijft het zeuren en branden. We willen – soms zelfs ten koste van onze dierbaren – ontsnappen aan het hier-en-nu. We willen helemaal geen Zuivere Aandacht. We willen afwezig zijn. We willen de realiteit, binnen en buiten ons, buitensluiten. 

“We gebruikten onze middelen en gedragingen om gevoelens te vermijden, om bewustwording te vermijden, omdat aanwezig zijn te pijnlijk was.”

Monkey mind en het fundamentele verlangen niet hier te zijn

Er leeft een fundamenteel verlangen in ons om hier en nu NIET te zijn. We zijn ons vaak ook niet bewust van de werkelijke intensiteit van die innerlijke onrust. Totdat we (soms voor het eerst, maar vaak ook nog wanneer we al langer oefenen) samen gaan zitten in meditatie. Dan onthult zich de enorme, volstrekte rusteloosheid van de eigen geest. Het is de ervaring die al eeuwen geleden in het Boeddhisme onze ‘monkey mind’ werd genoemd: de ervaring dat onze geest, rusteloos en vliegensvlug, als een klein aapje dat veel te veel koffie heeft gedronken, van de ene tak naar de andere springt.

Het aapje springt, zonder focus of oriëntatie, alsof het niet alleen teveel koffie op heeft, maar ook nog een blinddoek voor heeft gedaan. En wanneer we eenmaal het aapje een beetje hebben zitten bestuderen, ontdekken we vervolgens dat de metaforische ’takken’ die het aapje vastgrijpt in zijn blinde vlucht door onze geest, zonder substantie zijn. In de kern zijn het slechts fragmenten – of soms zelfs complete versies – van verhalen.

Innerlijke verhalen als pleisters voor niet-geheeld trauma

We vluchten van het ene innerlijke verhaal naar het andere in onze blinde pogingen om HIER NIET aanwezig te zijn. Om ontsnappen aan het hier-en-nu. Of – op z’n minst – om toch nog enige hanteerbare grip te krijgen op onze ervaringen. Om de scherpe randen van de realiteit af te slijpen, trappen we er desnoods net zolang tegenaan tot het past in ons verhaal. Om vervolgens te ontdekken dat het glas weer gebarsten is, dat de puzzelstukjes niet passen en dat de wereld nog steeds gebroken lijkt.

We ervaren het als een onbestemde angst, als een existentiële dreiging, stoppen het weg in onze geest. Soms weten we overigens weldegelijk waarvoor we vluchten en gaat het om wezenlijk, onverwerkt trauma. Trauma dat soms onze gehechtheid heeft aangetast – met alle gevolgen van dien voor ons innerlijk vermogen om een gezonde relatie aan te gaan, met onszelf en met de wereld om ons heen. Onze innerlijke verhalen dienen vaak als pleisters voor niet-geheelde, bewuste of onbewuste beschadigingen in onze psyche die voor blijvende onrust in ons lichaam en onze geest zorgen. 

Onze innerlijke verhalen als onze verborgen verslaving

Hoe dan ook slagen we er vaak niet in om bij onze eigen onrust te blijven. Om er naar toe te bewegen en onszelf een houding aan te meten bij onze eigen pijn. In plaats daarvan grijpen we naar het volgende houvast. Een houvast dat overigens niet bestaat, omdat het impermanent en veranderlijk blijkt. Onze verhalen lijken wellicht solide en gebeiteld in steen, maar ze blijven een illusie. En erachter schuilt dezelfde zichzelf-in-stand-houdende valse belofte die onze verslaving ons ook voorspiegelt: dat ontsnappen mogelijk zou zijn. Dat de realiteit anders kan zijn dan dat die feitelijk is.

Liever dan bij de pijn en de teleurstelling te blijven die er onder de erkenning schuilt dat ‘dit is wat het is’, grijpen we naar het volgende verhaal. En steeds grijpen we weer mis. Maar we blijven grijpen. Onze verhalen vormen dan ook een van onze grootste, verborgen verslavingen.

Niet denken, maar VOELEN vormt de kern

Het is daarbij niet ons ‘denken’ dat de kern van onze weg naar herstel van verslaving vormt. Dat is een grove misvatting van onze innerlijke menselijke realiteit. Denken – in bewuste vorm: redeneren, logica, piekeren en innerlijke disciplinering en in onbewuste vorm: dagdromen, fantaseren, hopen – raakt slechts aan de oppervlakte van onze ervaringen. Het vormt misschien wel een (overigens altijd falende) kadering voor onze belevingen. Maar het is zeker niet de kern van ons innerlijke leven.

Wie blijft hangen bij het denken en denkt daar de oplossing te hebben gevonden, mist de werkelijke diepte van ons bestaan. We vatten onze wereld – innerlijk of uitwendig – nooit helemaal door te denken. De kern van onze wereld is ons voelen. En uit onze desperate, onvaardige en onkundige pogingen om op ons voelen grip te krijgen, ontstaat vervolgens alle (vaak rommelige en soms zelfs schadelijke) rest. 

Geen schuld, wel verantwoordelijkheid

Overig is het niet onze schuld dat we onvaardig en onkundig zijn in het omgaan met ons voelen. Bovendien is het (vaak) ook niet de schuld van de generatie voor ons, van onze opvoeders, ouders, verzorgers die faalden in het overbrengen van enige vorm van vaardigheid en kunde in het liefdevol omgaan met onze emoties en kwetsbare ziel, omdat ze zelf onkundig en onvaardig waren gebleven door de generatie die voor hen in gebreke bleef. Het is geen kwestie van schuld. Het is wel een kwestie van verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen herstel in het hier-en-nu.

Daarvoor is het ontwikkelen van Zuivere Aandacht noodzakelijk. Om helder te kunnen waarnemen op welke wijze wij ons eigen ‘voelen’ – om het toch op de één of andere wijze te kunnen beheersen en onder controle te kunnen krijgen – zelf kaderen in onze ‘verhalen’. Verhalen die we soms ervaren als innerlijke oordelen, zo niet vaker als innerlijke veroordelingen. De kern van onze verslaving ligt dan ook vaak in onze wanhopige, mislukte pogingen om ons voelen – en de daarmee samenhangende, kaderende, veroordelende verhalen – onder controle te krijgen en in bedwang te kunnen houden. 

zuivere-aandacht-zien-wie-we-zijn

Bestaan in een vriendelijke onverschillige wereld

De existentieel filosoof Albert Camus beschreef in de tweede helft van de vorige eeuw dat we als mensen rationale verklaringen willen voor de wereld en dat we altijd naar orde en eenheid verlangen. Maar dat onze wereld daar vervolgens zelf altijd aan ontsnapt. Onze wereld is chaotisch, ongeorganiseerd en in de kern wezenlijk zinloos. Dat wil zeggen: de wereld kent geen ‘rationeel en redelijk principe’. De wereld is slechts doordrongen van, wat Camus in een van zijn romans beschreef als een ‘vriendelijke onverschilligheid’.

Te bestaan in die vriendelijke, maar volstrekt voor ons onverschillige wereld vinden we vaak onverdraaglijk. Zeker als we ook nog eens tot het besef worden gedwongen dat het aan ons is om er zelf betekenis aan te geven. Dat er in wezen géén (hogere) macht buiten ons is die ons die betekenis kan verschaffen. Maar dat het letterlijk aan ons is. De wereld – vooral die binnen ons – ligt in onze eigen handen. Nergens anders. 

Er is genoeg lijden in de wereld

Als we zonder aandacht kijken, zien we vervolgens niet dat er precies in de vriendelijke onverschilligheid van de wereld weldegelijk toch een mogelijkheid aan ons wordt getoond. Het is de mogelijkheid om compassie, mededogen en wijsheid te ontwikkelen. We hoeven niet te blijven hangen in de illusie van onze eigen verhalen. We kunnen de realiteit aanvaarden zoals die is. Daarin ligt onze keuze. Vriendelijk en onverschillig of niet – de wereld verhindert ons niet te kiezen.

Sterker, de wereld onthult zich juist als dé plek bij uitstek om onze compassie, mededogen en wijsheid in te ontwikkelen. Wees maar niet bang: er is meer dan genoeg lijden in de wereld. We kunnen meer dan genoeg oefenen. We kunnen steeds opnieuw zien, erkennen en accepteren dat we in volle realiteit door en door imperfecte, onvaardige, kwetsbare mensen zijn. Dat we in een door en door  imperfecte, onverschillige en kwetsbare wereld bestaan. Daarin ligt onze vrijheid. 

Het opgeven van verhalen als het opgeven van hoop

Wanneer we lang genoeg zitten en met Zuivere aandacht kijken zullen we steeds vaker zien: dit is een verhaal. Dit is niet mijn ademhaling de ik nu volg, maar een echo uit het verleden. Dit is niet dit moment, maar een fantasie van de toekomst. Dit is hoe dan ook niet het hier-en-nu, maar elders. Met die realisatie is de betovering vaak ook direct verbroken. De beelden, dromen en gevoelens verbrokkelen al snel als zandkastelen in de golven van de zee. Soms moet je zelfs moeite doen om ze weer voor de geest te halen.

Dat zijn onze verhalen in de kern: we vormen ze met inspanning en ze vallen ook weer uit elkaar wanneer we ze loslaten. Overigens is dat geen reden om onze verhalen te veroordelen of om ze af te keuren. We nemen enkel waar, met liefdevolle vriendelijkheid, en zien dan dat onze verhalen een functie hebben (net zoals onze verslaving dat had). Zolang we verhalen creëerden, bestond immers de hoop dat de werkelijkheid ‘anders’ kon zijn. Het opgeven van onze verhalen is in essentie dan ook het opgeven van onze hoop

Er is niks mis

Het opgeven van onze hoop? Dat klinkt misschien enigszins ‘hopeloos’. En in zekere zin is die vaststelling precies het hele punt. Stel jezelf de vraag: Wie zou je zijn zonder hoop? Zou je een minder mens zijn? Is de mens die zonder hoop voor zijn uitgebrande huis zit, een minder mens? Is de psychotische mens die in hopeloosheid alle grip verloren heeft op de wereld een minder mens? Kortom: daalt een mens in waarde als het de hoop verliest? Pema Chödrön legt in haar boek ‘Als je wereld instort’ haarscherp uit hoe angst en hoop in essentie twee zijden van dezelfde munt vormen. Dat wil zeggen: hoop houden is in essentie enkel een manier om onze angst te vermijden.

Maar hoop houdt daarmee tegelijk de angst in stand. Met onze hoop gaan we dan ook precies voorbij aan de realiteit van ons voelen, die in de kern van onze ervaring zegt: we zijn bang. We hebben geen controle. Er is geen ‘zinnig’ uitspraak te doen over de wereld. Onze realiteit is absurd en we leven er slechts in. En – in tegenstelling tot wat ons keer op keer werd verteld als we naar die absurditeit keken, namelijk dat dit fout en verkeerd was en dat dit anders moest zijn – prikte de Boeddha de ballon voor ons door. Eeuwen geleden ontwikkelde hij, een mens net als wij, de waarachtig Zuivere Aandacht, prikte met zijn geest door de illusie en zei: 

“Daar is helemaal niks mis mee.”

De essentie achter: ‘Hier en nu is er angst’

Ja, er is lijden in de wereld. Ja, er is dhukka. Ja, er is gehechtheid. Dat bestaat. Het gaat ook niet weg. We zijn mensen en dús is er het wezenlijke verlangen dat het allemaal anders zou moeten zijn. Dat is onderdeel van menselijke conditie. En er is, in de meest wezenlijke essentie van de wereld zoals die is, niks mis. Dit is wat de wereld is, dit is hoe die voor ons draait. En met het bestaan van onze existentiële angst is dan ook niks mis. We hoeven er niet voor te vluchten. Dat wil zeggen: onze angst is misschien wel of niet terecht. En ja, het is onaangenaam. Maar dat zijn a) oordelen. En b) het is niet het punt.

Het punt is dat de angst er IS. Hier-en-nu IS er angst. En precies het vermijden van onze angst – door bijvoorbeeld hoop te houden – is wezenlijk onvaardig handelen, omdat we niet erkennen wat er is. Dat is de essentie achter de beoefening van het benoemen: “Er is Angst’. Of te zeggen: “Er is verlangen.” Of: “Er is verdriet. Of: “Er is pijn.” Het is het woordelijk aanvaarden, erkennen en eren van de werkelijkheid zoals die is in het hier-en-nu. 

Niets komt goed. Alles valt uit elkaar

De Zuivere, vaardige tegenhanger van angst is dan ook niet hoop, zo stelt Pema Chodron. Het is vertrouwen. Vertrouw er dan ook maar op, met heel je hart, dat er helemaal niets ‘goed’ gaat komen. Want te zeggen dat het ‘wel goed komt’ is immers in essentie de angst vermijden en onderdrukken dat er op dit moment ook een ‘niet goed’ bestaat. Het is bovendien een oordeel – een verhaal – dat je vertelt dat wat jij nu ervaart ‘niet goed’ zou zijn in het hier-en-nu. Vertrouw juist op het hier-en-nu en erken wat erin bestaat. Omdat het bij voorbaat al niet verkeerd is wie je bent en hoe je je voelt. Jouw gevoelens zijn niet verkeerd. Jouw gevoelens verdienen jouw afwijzing niet. 

Vertrouw erop dat je aanwezig kunt zijn

Wil je vaardig handelen ontwikkelen? Leer dan vertrouwen op het hier en nu. Zelfs – of liever; óók, of juist – als het in het hier-en-nu moeilijk is. Als alles zwart is terwijl de zon schijnt, als je verlamd bent door woede, of door angst, of niet kan ophouden met huilen. Als dit moment onverdraaglijk lijkt te zijn. Vertrouw erop dat je in het hier en nu aanwezig kunt zijn, iedere ademhaling weer. Het is hier-en-nu de werkelijkheid. Je hoeft er niet voor te vluchten, je kunt daarbij aanwezig zijn, met iedere harteklop.

Wil je compassie ontwikkelen? Doe dat dan in het hier-en-nu. Wees hier-en-nu AANWEZIG bij de eigen pijn, bij het eigen lijden, bij de eigen tranen, bij de eigen woede. Nergens valt hier overigens het woordje makkelijk of eenvoudig of simpel. Dat is het niet, maar makkelijk is ook niet het punt van de oefening. Het punt is noodzakelijkheid. Het is noodzakelijk, omdat het alternatief altijd het tegenovergestelde van compassie, wijsheid en mededogen in de wereld betekent. Dus ga er naar toe en omhels het. En vertrouw erop dat wat is, hoe dan ook weer uit elkaar valt. 

Wil je weten hoe je uit je eigen verhaal kan stappen? Kom bij ons zitten. Dit is het perfecte moment. Luister maar. Voel maar. Vertrouw maar.

Er is helemaal niks mis… 

 

(Oefenen met het loslaten van jouw innerlijke verhalen? Check onze meditatiebronnen en ons YouTube-kanaal voor een geschikte meditatie!)